MENU

Geen vaarverbod

Vaarverbod

De basisinstructie bij RV Willem III is in eerste instantie gericht op veiligheid:
–        Veiligheid voor de roeier door het aanleren van de juiste techniek, ter voorkoming van blessures,
–        Veiligheid voor de gehele bemanning door het goed toepassen van vaarregels,
–        Veiligheid voor het materiaal door hier goed mee om te gaan,
–        Veiligheid van andere watersporters (zwemmers, sup’pers, kano’ers, roeiers, pleziervaart zoals sloepen, motorboten en beroepsvaart).
Dit gedeelte gaat met name over veiligheid op het water. Maar omdat veiligheid op het water niet los gezien kan worden van de andere aspecten, zal er waar nodig naar die andere delen van het boekje worden verwezen.

Aandachtspunt 1
Ervan uitgaande dat de gehele bemanning op de hoogte is van de te gebruiken commando’s (hyperlink naar hfdst. 3) en het te gebruiken materiaal voor vertrek heeft gecontroleerd (hyperlink hfdst. 4), is het belangrijkste aandachtspunt:

Weet waar jij zit op het water, en wat er om je heen gebeurt:
–        De stuurman let op tegenliggers,
–        Maak binnen de ploeg afspraken wie de stuurman waarschuwt voor oplopers,
–        Als er geen stuurman is, dient de boegroeier regelmatig om te kijken, eens per maximaal 5 halen, de ene keer over bakboord, de andere keer over stuurboord,
–        Probeer de (on)hebbelijkheden van het water waarop je meestal vaart, goed in je op te nemen. Denk aan verraderlijke bochten, plotselinge stroming door een gemaal, gedeeltes waar bijna iedereen aan de verkeerde wal vaart, etc.

Aandachtspunt 2
Vaar een voorspelbare koers, houd rekening met anderen
–        Binnen de ARB hebben we de afspraak om stuurboordwal te varen, dat is niet voor niets,
–        Als je wordt opgelopen door een snellere ploeg, dwing deze dan niet naar het midden van het vaarwater, maar geef ruimte door nog meer aan stuurboordwal te varen (indien mogelijk),
–        Haal een ander vaartuig aan bakboordzijde in, maar hinder daarmee geen tegenliggers. Kom niet over het midden van het vaarwater,
–        Ga niet stilliggen in of direct na een binnenbocht. Steek niet over direct voor of in een binnenbocht

Aandachtspunt 3
Kom je op minder bekend vaarwater, doe dan een goede voorbereiding.
Een goede voorbereiding kent de volgende onderdelen
–        Oriënteer je op de omstandigheden als lage bruggen, eenrichtingverkeer, maximale snelheid, betekenis van brug- en sluislichten, betekenis van geluidsseinen van andere scheepvaart,
–        Check de lokale omstandigheden en weersverwachting, met name voor wat betreft windkracht, windrichting en mist,
–        In het algemeen: wees op de hoogte van de basis-vaarregels uit het BPR (Binnenvaart Politie Reglement), maar houd er ook rekening mee dat menigeen die regels niet kent

Speciale manoeuvres
Weet wat je moet doen als je de volgende situaties tegenkomt. Oefen deze punten regelmatig. Leg als stuurman aan onervaren ploegleden uit wat hen te wachten staat, welke commando’’s daarbij worden gebruikt en wat ze dan moeten doen.
–        Aanleggen aan een hoge wal,
–        Doorvaart van nauwe bruggen,
–        Doorvaart van lage bruggen,
–        Doorvaart van een nauwe (lange) brug met daarin een bocht.

Passieve veiligheid
Hieronder verstaan we de maatregelen die je vooraf neemt, om een eventuele onveilige situatie zo goed mogelijk het hoofd te kunnen bieden.
–        Zorg altijd voor reddingsdekens, als je in koude omstandigheden het water op gaat,
–        Draag kleding in laagjes, zodat je een onfortuinlijke roeier eventueel met 1 droog laagje kunt helpen,
–        Vaar in het koude seizoen zoveel mogelijk in groepjes, als je besluit in een 1-persoons boot het water op te gaan,
–        Zorg voor goede zichtbaarheid. De KNRB heeft regels uitgevaardigd over de juiste kleding, volg deze op (hyperlink naar KNRB),
–        Roeien in het donker: alleen voor gestuurde C-boten en wherry’s met een rondschijnend helder wit licht, die in alle loodsen te vinden zijn (Politie vaarreglement).

En als er dan toch iets gebeurt
–        Maak melding bij de materiaalcommissaris en/of de veiligheidscommissaris, bespreek het gebeurde en probeer samen hier lering uit te trekken,
–        Noteer indien van toepassing gegevens van andere betrokkenen (pleziervaart, andere vereniging, etc.) en de omstandigheden, vraag om GPS-track gegevens,
–        Raak je te water, gebruik het schip dan als drijflichaam (of klim er weer in),
–        Bij koud weer bestaat gevaar voor onderkoeling, verlaat dan z.s.m. het water en zoek hulp op de kant (de boot is minder belangrijk),
–        In noodgevallen: waarschuw direct 112 (of laat waarschuwen), geef locatie zo duidelijk mogelijk door.

Vaarverbod
Op de Willem III website wordt bij extreme omstandigheden een vaarverbod afgekondigd, meestal in combinatie met sluiten van het afschrijf systeem.
Maar er zijn ook situaties waarbij het vaarverbod niet algemeen geldt of door omstandigheden niet direct op de site zichtbaar is. In dat geval dient men zelf de afweging te maken of uitvaren wel mogelijk of gewenst is.

Algemene regels voor een vaarverbod:
–        Mist met een zodanig beperkt zicht dat het bruggetje tegenover W3 niet te onderscheiden is,
–        Harde wind, vanaf windkrach 6 (> 40 km/u),
–        Directe dreiging van bliksem,
IJsgang of vorst in de loods